Korfbal werd in 1902 ontwikkeld door de Amsterdamse onderwijzer Nico Broekhuysen. Sinds die tijd heeft de sport zich ontwikkeld tot een moderne sport, die de volgende kenmerken heeft:

– korfbal is een teamsport;
– korfbal is een gemengde sport (mannen en vrouwen in één team onder gelijke condities);
– korfbal is een niet-agressieve sport;
– korfbal is een veelzijdige sport, die je conditie bevordert;
– korfbal wordt het hele jaar beoefend. ’s Winters in de zaal. In de lente en de herfst op het veld;
– korfbal wordt op alle niveaus gespeeld, met verschillende motieven: prestatie, gezondheid en gezelligheid.

Korfbal is – na voetbal, volleybal, hockey en bridge – de vijfde teamsport in Nederland. Er zijn circa 100.000 korfballers, waarvan ruim 40.000 jeugleden (jonger dan 19 jaar). Zij zijn lid van één van ruim 600 korfbalverenigingen, verspreid door het hele land. De korfbalverenigingen zijn lid van het Koninklijk Nederlands Korfbalverbond (KNKV).

De bedoeling is dat de aanvallers doelpunten maken en dat de verdedigers dit proberen te voorkomen. Een doelpunt wordt gescoord als een aanvaller de bal van boven af door de korf weet te gooien. Korfbal is een zeer veelzijdige sport. Je moet goed kunnen aanvallen, maar ook goed kunnen verdedigen en je moet zowel technisch als tactisch zijn. Daarnaast moet je snelheid, uithoudingsvermogen en kracht hebben. En je moet ook nog eens goed met een bal overweg kunnen!

Een van de redenen dat korfbal zo populair is geworden, is dat het de enige teamsport ter wereld is waar jongens en meisjes in een team samen spelen. De teams bestaan meestal uit vier jongens en vier meisjes.

Korfbal wordt gespeeld in twee vakken. Beide clubs leveren vier spelers voor elk vak. In het ene vak valt de ene ploeg aan en verdedigt de andere ploeg. In het andere vak is het net andersom. Na twee doelpunten (of na een bepaalde tijd) wordt er van vak en van functie gewisseld, de aanvallers worden verdedigers en de verdedigers worden aanvallers.
Korfbal wordt gespeeld in de zaal (in de winterperiode) en op het veld (in het voorjaar en najaar). In de zaal is het speelveld kleiner dan op het veld.

Korfbal is een sport die je samen moet spelen. Lopen of dribbelen met de bal is niet toegestaan. Overspelen en goed vrij lopen zijn daarom belangrijke onderdelen in het spel. Goed vrijlopen is belangrijk omdat je niet verdedigd mag schieten. Het is verdedigd als de verdediger tussen de paal en de aanvaller staat en zijn arm omhoog heeft. De verdediger moet zo dicht bij de aanvaller staan dat de aanvaller met de hand aangeraakt zou kunnen worden. Iedereen heeft een persoonlijke tegenstander. Een jongen mag geen meisje verdedigen en een meisje mag geen jongen verdedigen.

Korfbal hoort met de handen gespeeld te worden, dus de bal met je been of voet raken mag niet. Lichamelijk contact en de bal uit de handen slaan mag ook niet.